Vandaag vliegen we naar Port Moresby, de hoofdstad van Papua New Guinea (PNG).
PNG is het hoogste tropische eiland met bergen tot 5000 m.
Het land bestaat voornamelijk uit zeer dicht regenwoud en enkele rivieren. Reizen in PNG is bijzonder. De magische uitstraling en de onbedorven schoonheid heeft ons snel in haar greep. Het vruchtbare land, met zijn 6 miljoen inwoners is het laatste (door westerse mens) ontdekte land op aarde. Het is een ontwikkelingsland met een expeditiekarakter, en rijk aan natuurlijke bronnen en mineralen zoals koper, goud, hout, koffie, cacao, gas en olie. Papua New Guinea is het land van de 800 talen en de 1000 stammen, elk met zijn eigen rituelen.
Het is het land van mysterie, het land van contrasten en het land van het onverwachte. Met verbazingwekkende diversiteit in geografie en cultuur, fauna en flora. Speerpunten in hun leven zijn land, vrouwen en varkens. (varkens zijn nog steeds een betaalmiddel).
Volgens onze media is PNG onveilig, en ook de ambassade maant ons aan voorzichtig te zijn vanwege de politieke nervositeit, de criminaliteit en de cholera. Onze voelhorens staan dus op scherp als we in de hoofdstad landen. We voelen de gespannen sfeer en blijven maar wat graag binnen de wallen van ons zwaar beveiligd hotel totdat we morgen per vliegtuig naar Tari gaan in de highlands om aan onze tour te beginnen.
Vreemd genoeg zijn wij de enige 2 bleekscheten in het vliegtuig naar Tari. We zijn overdonderd als we de massa mensen aan de omheining horen roepen, joelen en scanderen als we voet aan grond zetten. Maar gelukkig is dat niet voor ons, maar voor de 2 lijken! die aan boord vervoerd werden. Onze gids heeft geen moeite met ons te herkennen en brengt ons naar de Ambua wilderness lodge.
Het is stil. Even alles verwerken: de starende blikken, de lijkkisten aan boord, sterke lijfgeuren, opmerkelijke figuren … Het is ook even wennen aan de aandacht. Ik denk dat wij voor hen een even grote attractie zijn als zij voor ons. Eenmaal in de highlands voelen we ons zeer welkom. We zijn de enige 2 gasten in de ganse lodge. We hebben dus snel contact met de locals. Hun systeem werkt goed: voor de hele regio hebben ze 1 lodge van 30 hutten met een prachtig zicht op de vallei en de bergen. De staff, chauffeur en de gids maken deel uit van de lokale clans. Op die manier krijgen we gemakkelijk toegang tot de verschillende dorpen en stammen.
In de hooglandvalleien leven deze bergvolken nog steeds op traditionele wijze. Ze zijn trots op hun gedecoreerde verschijning en smukken hun ‘wigs’ op met oa. de pluimen van de paradijsvogels. (Ingegeven door hun geloof in de spirituele geesten). Vriendelijke nieuwsgierige mensen wuiven al van ver, en foto’s nemen is geen obstakel. Ze zijn fier op hun land, hun bijzonder rijke cultuur en hun tradities.
PNG is ook de thuishaven van de paradijsvogels. Om die te zien moeten we voor dag en dauw op pad, maar dat lukt gemakkelijk want het is hier om 20.00 al bedtijd.
We bezoeken de volgende dagen verschillende trotse Huli clans (een van de grootste authentiekste etnische groepen van de highlands, en leren over hun singsings (dansen), hun geloof, tradities, decoraties en manier van samenleven als man en vrouw.
We verlaten Tari en vliegen meer noordwaarts naar Karawari in de Sepik regio. Het hart van het cannibalisme…
Merkwaardigheid:
Het puk puk skin ritueel wordt toegepast bij jongens die man willen worden. Het krokodillenmotief wordt
er door lidtekens op hun lijf ingetekend.